Aardrijkskunde

Onderwerpen

Aardrijkskunde was in de onderbouw een verplicht vak voor je. In de bovenbouw is het een profielkeuzevak in de profielen C&M, E&M en N&G. Je kunt aardrijkskunde ook altijd in het vrije deel kiezen.

In de bovenbouw zijn er een hoop verschillende onderwerpen. De leerstof is verdeeld in 5 domeinen: vaardigheden, wereld, aarde, gebieden en leefomgeving.

A. domein vaardigheden

Aardrijkskunde draait niet alleen om kennis, je moet ook dingen kunnen: vaardigheden dus. Je gebruikt ze allemaal bij de andere domeinen. Belangrijke vaardigheden bij aardrijkskunde zijn:

  • goede geografische vragen stellen
  • geografische problemen oplossen
  • onderzoek doen
  • werken met kaarten, de atlas en de computer

B. domein wereld

Dit is het domein van de sociale geografie. Enkele belangrijke vragen zijn:

  • waar wonen mensen?
  • welke culturen hebben ze?
  • hoe ontwikkelen landen zich?
  • waarom nemen steeds meer mensen in ontwikkelingslanden westerse gewoonten over?
  • hoe komt het dat er zoveel producten uit Azië bij ons in de winkels liggen?

C. domein aarde

Dit is het domein van de fysische geografie. Enkele belangrijke vragen zijn:

  • hoe komt het dat er zoveel verschillende klimaatgebieden op aarde zijn?
  • wat is het broeikaseffect?
  • en klopt het dat ons klimaat daardoor verandert?
  • hoe ontstaan gebergten?
  • en wat hebben aardbevingen en vulkanisme daarmee te maken?
  • waardoor worden gebergten weer afgebroken?

D. domein gebieden

Wat je geleerd hebt bij het domein wereld en aarde pas je toe op de regio Zuidoost-Azië. Enkele belangrijke vragen zijn:

  • hoe ziet de regio er uit (klimaat, cultuur, economie, etc.)?
  • wat zijn de verschillen tussen de landen in de regio?
  • wat is de invloed van economische en culturele veranderingen in de wereld op het leven van de mensen?
  • met welke milieuproblemen heeft het gebied te maken?
  • hoe gaan de mensen om met de natuurrampen die het gebied treffen?

E. Domein leefomgeving

Wat je geleerd hebt bij wereld en aarde pas je ook toe op ons eigen land. Enkele belangrijke vragen zijn:

  • hoe houden we in Nederland droge voeten met al dat water om ons heen?
  • welke mooie en vervelende dingen gebeuren er in onze grote steden?
  • hoe kunnen we de dichtbevolkte delen van ons land het beste inrichten?

Ook leer je hoe je onderzoek kunt doen met gegevens die je zelf verzamelt (veldwerk).

Hoe studeer je?

  • in de vierde klas begin je al met de voorbereiding op je centraal examen!
  • zelfstandig werken wordt (nog) belangrijker dan in de onderbouw.
  • de docent helpt je met het ontdekken van de grote lijn.
  • de computer helpt je de moeilijke onderdelen beter te begrijpen.

Afwisseling

  • in elk leerjaar komen verschillende onderwerpen aan bod.
  • je bent nooit lang met hetzelfde bezig.
  • ook in de lessen wisselen we af tussen:
    • hoorcolleges over de theorie
    • zelfstandig werken aan de opdrachten
    • computerlessen
    • praktische opdrachten, zoals mysteries, springdiscussies en webquests
    • veldwerk (in groepjes): in klas 4 wordt een stadsexcursie georganiseerd naar Amsterdam en in klas 5 is er fysisch geografische excursie door Leiden.
  • zo wordt aardrijkskunde nooit saai!

SE en CE

  • de toetsen bestaan uit schoolexamens (SE) en het centraal examen (CE).
  • op de site van onze methode buitenland vind je oefentoetsen waarmee je je kunt voorbereiden op de SE’s.
  • in de SE’s toetsen we ook alvast CE-stof, dan hoef je niet alles in één keer te leren.

Een nuttig vak…

  1. … voor de rest van je leven.
    • nuttig voor iedere burger: als toerist, als kiezer bij de verkiezingen, als betrokkene bij een bestemmingsplan, als ondernemer die een plek voor zijn/haar bedrijf zoekt, etc.
    • kennis van de wereld is nuttig voor internationale contacten tijdens je studie en je latere carrière.
    • het vak helpt je een ‘helicopterview’ te ontwikkelen, dat is belangrijk voor management en beleid.
  2. … voor vervolgopleidingen.
    • aardrijkskunde is geen verplicht vak, maar wel vaak gewenst.
    • aardrijkskunde is zeer gewenst bij de volgende studies:
      • sociale geografie en planologie
      • fysische geografie en aardwetenschappen
      • milieukunde
      • beleidswetenschappen
      • PABO
      • lerarenopleiding aardrijkskunde
      • journalistiek
      • toerisme en recreatie

3. … voor andere vakken, zoals:

  • economie
  • rechten
  • geschiedenis
  • sociologie
  • politicologie
  • bestuurskunde
  • agrarische opleidingen
  • taal- en cultuurstudies
  • bouwkunde (stedenbouw)

Kies aardrijkskunde, omdat:

  • … het een afwisselend vak is.
  • … je een beter beeld van de wereld krijgt.
  • … je veel praktische vaardigheden opdoet.
  • … je met aardrijkskunde een voorsprong hebt in veel vervolgopleidingen.
  • … het geen moeilijk vak is.
  • … het gewoon ontzettend leuk is!